Sunday, December 24, 2006

Reeds vaak heb ik er me met mijn bonkige zeemanskameraden vrolijk over gemaakt, als we lucht kregen van een dispuut dat gaande was tussen de vrouwen uit onze sociale omgeving. Dat dispuut verloopt dan blijkbaar altijd volgens hetzelfde stramien. Beide partijen hebben een standpunt, maar ze weigeren dat hardnekkig duidelijk te maken aan de tegenpartij. Dat gebeurt slechts via tussenpersonen, waarop eerst wel lang genoeg wordt ingepraat om te voorkomen dat ze zich enigszins neutraal zouden opstellen. Van directe communicatie is geen sprake, zelfs niet als beide partijen zich binnen gehoorsafstand van elkaar bevinden. Over de aard en de oorzaak van het conflict wordt, vanaf het moment dat men het er over eens is dat er een conflict is, niet meer gesproken.

Vanaf dan komt het erop aan om elkaar te bekampen met de de twee belangrijkste wapens van de indirecte ruzie, niet toevallig allebei typisch vrouwelijk: indoctrinatie (tegenover iedereen die er niets mee te maken heeft), en koppigheid (tegenover elkaar). De indoctrinatiemethode werkt volgens het meerderheidsprincipe: diegene die de meeste mensen die absoluut geen ene moer met de zaak te maken hebben, niet alleen kan overtuigen dat ze er wél iets mee te maken hebben, maar ook nog eens aan haar kant kan scharen, heeft een belangrijk mentaal voordeel. Immers: als de àndere gelijk zou hebben, zou die toch de meerderheid achter zich hebben?De tweede methode, de koppigheid, komt erop neer dat men van de tegenpartij niets anders verwacht dan totale overgave. Van "coming to terms", zoals dat dan in het Engels heet, kan absoluut geen sprake zijn. Elke toegeving wordt gezien als een nederlaag. Dat impliceert de fundamentele onmogelijkheid om rechtstreeks met elkaar te praten. Het aanhoren van de argumenten van de andere zou immers alleen al suggereren dat men bereid is om eraan toe te geven, en een dergelijke zwakke opstelling is ontoelaatbaar.Dit alles heeft tot gevolg dat de gemiddelde vrouwenruzie ergens tussen de 3 maanden en de 27 jaar aansleept, en dat de halstarrigheid waarmee ze wordt volgehouden omgekeerd evenredig is met het aantal mensen dat nog weet waar het ook weer over ging. Uiteindelijk heeft het conflict, dat 9 kansen van de 10 over een misverstand ging, zich zo vastgezet in het sociale weefsel waar beide vrouwen deel van uitmaken, dat het door iedereen wordt beschouwd als de natuurlijke gang der dingen.

Aan de andere kant, de mannen. Ook wij hebben onze sores. Ons eergevoel. Onze trots. Wij houden er niet van onterecht bejegend te worden. En als dat toch gebeurt, dan komen daar vodden van. Wij zullen onze belager dan recht in de ogen kijken, en vragen wat het probleem is. Vaak zullen wij dat doen bij het drinken van een pint bier, omdat wij zullen praten, en vran praten krijgt men dorst. Vooral ook zullen wij deze zaak trachten discreet op te lossen. Ruzie is een serieuze zaak, en vooral geen lolletje. Lolletjes deel je met je vrienden, en als het echt heel goede lolletjes zijn, dan is het zelfs toegelaten om daarbij te kirren als wijven. Maar in belangrijke materies als het oplossen van persoonlijke conflicten, is het ten alle tijde noodzakelijk zich als een man te gedragen, en zich niet te laten verleiden tot boven beschreven vrouwentactieken. Wij weten immers beiden dat dan het einde zoek zal zijn, en we hebben wel betere dingen te doen dan vrijwillig een bos in te lopen, om ons vervolgens af te vragen waar de bomen naartoe zijn.

Neen, wij lossen dat anders op. Rustig en bedaard, gaan wij tegenover elkaar zitten, en leggen beredeneerd, gepakt en gezakt met een karrevracht op voorhand uitgekiende argumenten, om de beurt ons standpunt uit. Wij zullen dan van de andere, en misschien zelfs van onszelf, dingen horen die onze oren absoluut niet willen horen. Enige ergernis zal bijna zeker ons deel zijn. Maar wie a zegt, moet ook b zeggen, en al wordt het nacht, en is het bier op, wij zullen niet van onze plaats gaan voor we elkaar vriendschappelijk de hand gedrukt hebben, blij dat we na een zware onderhandelingsronde paal en perk hebben kunnen stellen aan het probleem. Misschien zullen wij er niet zelf uitraken. Dan roepen wij één onzer kameraden, van wie we weten dat hij over het gezonde boerenverstand beschikt om zonder al teveel poespas te ontwaren waar het op staat, en die zal ons dan het nodige duwtje in de rug geven. Na dat duwtje zal die kameraad zich weer van ons verwijderen, en zich met zijn eigen zaken bemoeien, want met de onze heeft hij verder absoluut niets te maken. Wannear wij klaar zijn, zullen we hem wel uitnodigen aan tafel, en met hem nog een laatste glas bier heffen, klinkend op een vreugdevolle, vriendschappelijke toekomst.

1 Comments:

Anonymous Anonymous said...

Als je recycleert, moet je wel opletten dat het artikel in de tussentijd niet is bijgehaald door het volledig losgeslagen en alle kanten tegelijkertijd rondhossende onding dat men Nederlandse Spelling pleegt te noemen.

Desalniettemin, heerlijk stukje, jongeman.

28/12/06 14:59  

Post a Comment

<< Home