I.
De verrukkingen van de puberteit brachten tijdelijk verlichting. De sombere fase der zelfinitiatie bleef mij bespaard. Gezegend zij mijn eerste lief, een kind in een boomgaard, verkenningsspelletjes - en parels van verrassing die van haar vijf gespreide vingers dropen. Een huisleraar deelde de ingénue met mij in de privé-bioscoop van mijn oudoom. Twee wellustige jongedames voorzagen me eens van een kanten onderjurk en een Lorelei-pruik en legden me tussen hen in te slapen, 'het verlegen neefje', als in een vies boekje, terwijl hun echtgenoten na de zwijnenjacht in de belendende kamer lagen te snurken. De grote huizen van de diverse verwanten bij wie ik af en toe in mijn prille jongelingsjaren, onder de bleke zomerluchten van deze of gene provincie van het oude Rusland, logeerde, boden me evenveel willige dienstmaagden en flirtende mondaines als kabinetjes en boudoirs enkele eeuwen eerder zouden gedaan hebben. Kortom, wanneer mijn vroegste jeugd de stof had kunnen leveren voor het soort dissertatie waarmee een kinderpsycholoog zich voor het leven beroemd maakt, hadden mijn knapenjaren de bron kunnen vormen - wat ze ook gedaan hebben - van een niet geringe hoeveelheid erotische passages die als rottende pruimen en bruine peren in de boeken van een ouder wordende romancier verstrooid liggen.
(Vladimir Nabokov, Let op de Harlekijn)
De verrukkingen van de puberteit brachten tijdelijk verlichting. De sombere fase der zelfinitiatie bleef mij bespaard. Gezegend zij mijn eerste lief, een kind in een boomgaard, verkenningsspelletjes - en parels van verrassing die van haar vijf gespreide vingers dropen. Een huisleraar deelde de ingénue met mij in de privé-bioscoop van mijn oudoom. Twee wellustige jongedames voorzagen me eens van een kanten onderjurk en een Lorelei-pruik en legden me tussen hen in te slapen, 'het verlegen neefje', als in een vies boekje, terwijl hun echtgenoten na de zwijnenjacht in de belendende kamer lagen te snurken. De grote huizen van de diverse verwanten bij wie ik af en toe in mijn prille jongelingsjaren, onder de bleke zomerluchten van deze of gene provincie van het oude Rusland, logeerde, boden me evenveel willige dienstmaagden en flirtende mondaines als kabinetjes en boudoirs enkele eeuwen eerder zouden gedaan hebben. Kortom, wanneer mijn vroegste jeugd de stof had kunnen leveren voor het soort dissertatie waarmee een kinderpsycholoog zich voor het leven beroemd maakt, hadden mijn knapenjaren de bron kunnen vormen - wat ze ook gedaan hebben - van een niet geringe hoeveelheid erotische passages die als rottende pruimen en bruine peren in de boeken van een ouder wordende romancier verstrooid liggen.
(Vladimir Nabokov, Let op de Harlekijn)
0 Comments:
Post a Comment
<< Home